Waarom de meubelsector hét voorbeeld is voor de circulaire transitie

Laatst geupdate:
Index

    Voor veel sectoren is circulair worden een grote uitdaging. Er moet dan veel veranderen: niet alleen in inkoop, maar ook in partnerschap, strategie en KPI’s. Dat een circulaire ambitie toch concreet te maken is, bewijst de meubelsector.

    Meubilair als circulaire koploper

    De meubelsector zette de afgelopen jaren snelle stappen op het gebied van circulaire economie. Aan de basis daarvan stonden drie grote aanbestedingen: van Alliander, het Universitair Medisch Centrum Utrecht en recent de Rijksoverheid. Het is duidelijk: de sector steekt circulaire ambities niet onder stoelen of banken. Ook in de aanbestedingen binnen die markt zijn circulaire ambities steeds vaker verankerd.

    Met ‘circulair meubilair’ bedoelen we het produceren, gebruiken en onderhouden van meubilair op basis van circulaire principes. Daarbij gaat het onder meer om reparatie en levensduurverlenging van bestaand meubilair. Ook belangrijk zijn het inzetten van hergebruikt meubilair en het produceren van nieuw meubilair met niet-toxische materialen, lange levensduur en losmaakbare onderdelen.

    Circulaire visie laat de bal rollen

    In 2016 presenteert de Rijksoverheid een circulaire visie op kantoormeubilair. Het is een van de eerste productgroepen waarvoor het Rijk een heldere, circulaire richting opstelt. De circulaire visie vormt de basis voor een serie contracten. Al in het eerste contract staan de levering en het onderhoud van ruim 100.000 werkplekken.

    Hans Bloemendaal, actief als adviseur MVI bij PIANOo, bevestigt de impact hiervan: “De grote circulaire uitvraag vanuit de Rijksoverheid heeft de ommekeer betekend in de kantoormeubelsector. De markt is echt wakker geschud, tot diep in de organisaties van de geselecteerde leveranciers.”

    “Ook het topmanagement is zich er bewuster van geworden dat ontwerp en productie moeten veranderen, en dat verkoopafdelingen met andere verdienmodellen moeten gaan werken. Levensduurverlenging neemt daarbij een steeds belangrijker plaats in,” stelt Hans.

    En die circulaire ambities zijn noodzakelijk. De sector richt zich vanuit het verleden vooral op de productie van nieuwe meubelstukken: daar zijn fabrieken op ingericht en wordt omzet in gemaakt. Is meubilair esthetisch verouderd, of is er alleen goed onderhoud nodig? Dan wordt het toch snel vervangen door nieuw meubilair. Hierdoor belandt veel meubilair voortijdig in de afvalverwerking. Kansen genoeg dus voor een circulaire aanpak, met veel laaghangend fruit.

    Nieuwe partijen staan op

    En deze circulaire kansen geven ruimte op de markt aan meerdere nieuwe partijen, naast de traditionele producenten. Niet alleen partijen die meubilair opknappen en herstofferen, maar ook partijen die tweedehands meubilair opkopen, op voorraad houden en daarmee een aanbod hebben voor inschrijving op aanbestedingen.

    Workbrands is zo’n nieuwe partij. Het bedrijf is specialist op het gebied van hergebruik en refurbishment van kantoormeubilair. Ramon van de Kerkhof, commercieel manager bij Workbrands, ziet dat het landschap verandert en er steeds meer circulaire initiatieven ontstaan:

    “Voor ons is het belangrijk dat we mee kunnen doen, onder meer bij aanbestedingen. Dat vraagt om het loslaten van lineair denken door opdrachtgevers. We moeten afstappen van de oude inkoopgedachte van voorspelbaarheid en vooraf bepaalde prijzen.  En juist toewerken naar gelijkwaardige partnerships.”

    “De sector is volop in ontwikkeling en kan niet meer terug”, ziet ook Tamara van Vastenhoven, werkzaam bij Rijkswaterstaat en categoriemanager werkplekomgeving bij de Rijksoverheid. “Steeds meer opdrachtgevers stellen circulaire ambities voor meubilair. Een leverancier schatte het percentage circulaire aanbestedingen voor kantoormeubilair op zo’n 40 procent. Dat is een enorme groei vergeleken met een aantal jaar geleden.”

    Meer eenduidigheid in taal en definities

    Nu circulariteit een steeds grotere rol speelt in de sector, is het ook van belang om een eenduidige taal te creëren met heldere definities. Hans Bloemendaal ziet hier ook het belang van in. Hij was in 2019 mede-initiatiefnemer van de NEN-werkgroep Circulaire Inrichting Kantoor- en Leeromgeving.

    “We wilden voorkomen dat iedere opdrachtgever andere aspecten van circulariteit vraagt, waarmee je als leverancier iedere keer een andere vraag moet beantwoorden. Meer eenduidigheid stimuleert doorontwikkeling en maakt dat marktpartijen kunnen investeren.”

    Een handig middel voor meer eenduidigheid was de Nederlandse Praktijkrichtlijn (NPR). Tamara: “Het opstellen van de NPR is een mooi voorbeeld van ontwikkeling in de markt. Leveranciers werken hiermee gezamenlijk met opdrachtgevers en andere partijen aan een eenduidige taal. Deelnemers overstijgen hun organisatiebelangen om gezamenlijk te zoeken naar hoe we de kantoormeubelsector vooruit kunnen helpen.”

    Circulair: de nieuwe manier van werken

    Duurzaamheid is nog veel gebonden aan personen of organisaties, en dat vormt een uitdaging. Tamara, Hans en Ramon herkennen dit allemaal. “Circulariteit is een way of living – het zou in je DNA als organisatie moeten zitten”, vindt Tamara. 

    “Je merkt bij contractmanagement verschil tussen partijen die hergebruik als uitgangspunt hebben voor hun hele bedrijfsvoering hebben en partijen die zich van oorsprong richten op productie van nieuw meubilair.”

    Commercieel manager Ramon: “De ongemakkelijke waarheid is dat we nog geen transformatie zien in de hele sector.” Volgens hem is er nog onderscheid tussen circulaire verhalen en circulaire oplossingen. “Daar komt bij dat circulair meubilair vaak nog iets duurder is, want arbeid in Nederland is kostbaar. Ook is er een gebrek aan kennis over de mogelijkheden van hergebruikt meubilair en zijn er misvattingen over de esthetiek en functionaliteit.”

    Het verdienmodel van veel leveranciers draait dus nog vooral op productie, ziet ook Hans: “Er blijft veel vraag naar nieuw meubilair, met weinig circulaire eisen. Het is dus nog nodig om structureel eisen te blijven stellen van een andere, circulaire, vraag.”

    En de belangrijkste verandering? Niet meer denken vanuit de vraag, maar vanuit aanbod. Tamara: “Opdrachtgevers, ook het Rijk, werken nog steeds vraaggestuurd. Dat proberen we te veranderen. Alleen door aanbodgestuurd te denken, kunnen we zo veel mogelijk werken met wat we op dit moment al in bezit hebben.”

    Voorbeeld voor andere sectoren

    De vraag naar traditioneel, nieuw meubilair blijft bestaan. Toch liet de sector de afgelopen jaren zien dat circulair werken mogelijk is. Door verschillende aanbestedingen met een hoge ambitie kunnen grote marktpartijen niet achter blijven. 

    Tamara: “We horen terug dat de positie van duurzaamheidsmanagers binnen hun organisatie is versterkt. Dat komt door hoe we deze ambitie in de markt hebben gezet.” Het is een springplank om vervolgens organisaties te veranderen van binnenuit en duurzaamheid centraler in te zetten.”

    Dit artikel is tot stand gekomen op basis van interviews met Tamara van Vastenhoven (Rijkswaterstaat, categoriemanager inrichting), Ramon van de Kerkhof (mede-oprichter Workbrands) en Hans Bloemendaal (voormalig Rohde & Grahl, momenteel PIANOo).

    Nu zelf aan de slag?

    Meld je aan voor de nieuwsbrief

    Schrijf je vast in voor de nieuwsbrief en dan houden we je in de toekomst op de hoogte over nieuws, tips en events rondom circulair inkopen.